Meer dan 800 merken
800.000 actieve klanten
30-dagen retourbeleid

Algemene meetinstructies

Instructies voor het bepalen van de lichaamsafmetingen

De getoonde maattabellen bevatten richtwaarden die afhankelijk zijn van de gekozen fabrikant en de individuele lichaamsbouw van de persoon. Om de optimale kledingmaat voor jou te vinden, is het nodig je exacte lichaamsmaten te kennen. De volgende tips moeten je helpen deze bijna nauwkeurig te bepalen.

Laat ons je helpen je lichaamsafmetingen te bepalen. Ga ontspannen staan en meet direct op het lichaam. Als je kleren draagt tijdens het meten, moeten die zo nauwsluitend mogelijk zijn. De maattabellen bevatten alleen centimeterspecificaties.


Bovenkleding/broeken

Bovenkleding/broeken
A. lichaamslengte:

Meet de lichaamslengte verticaal, zonder schoenen en van de kruin tot de zool. Ga rechtop staan tegen een deurkozijn met je benen tegen elkaar. Om het hoogste punt te bepalen leg je een boek of iets dergelijks horizontaal op je hoofd.

B. Borstomvang:

Meet de borstomvang op het volste deel van de borst, onder de oksels horizontaal rond het lichaam. Het meetlint moet de borstkas losjes omsluiten.

C. Tailleomvang:

Leg het meetlint eenmaal om de buik ter hoogte van de navel. Je moet tijdens de meting licht uitademen en je buik niet aanspannen.

D. Heupomvang:

Meet de heupomvang door het meetlint horizontaal over de billen rond het lichaam te leggen op het volste punt.

E. Binnenbeenlengte:

Meet de afstand tussen het kruis en de voetzolen in een verticale lijn. Ga rechtop staan met je voeten iets uit elkaar en verdeel het gewicht gelijkmatig over beide benen.

F. Buitenbeenlengte:

Meet de afstand tussen de heupen en de voetzolen in een verticale lijn. Ga rechtop staan met je voeten iets uit elkaar en verdeel het gewicht gelijkmatig over beide benen.

G. Armlengte:

Vanaf de nek: Meet de lengte vanaf de zijkant van de nek over de schouders en de gebogen elleboog tot het midden van de pols.
Vanaf de nek: Meet de lengte vanaf het midden van de nek over de schouders en de gebogen elleboog tot het midden van de pols.
Vanaf schouder: Meet de lengte vanaf de schouder over de gebogen elleboog tot het midden van de pols.

H. Romplengte:

Meet de lengte verticaal van de schouder tot de taille.


Hoofddeksels en helmen

Hoofddeksels en helmen

Meet de omtrek van je hoofd ter hoogte van je voorhoofd. De hoofdomtrek (in cm) geeft de betreffende bestelmaat.


Handschoenen

Handschoenen
A. Handomtrek:

Meet de omtrek van de hand direct boven de knokkels, maar zonder de duim. Het meetlint mag de hand slechts losjes omsluiten. Denk eraan dat de handschoen later zo strak of zo losjes zit als dat je het meetlint legt.

B. Handlengte:

Meet de lengte van je hand vanaf het topje van je middelvinger recht naar beneden tot het einde van je handpalm.


Schoenen

Schoenen

Ga op een vel papier staan om de voetlengte te bepalen. Teken dan de afdrukvorm over met een potlood. Meet ten slotte precies van de hiel tot de punt van de grote teen.


Armwarmers/beschermers

Armwarmers/beschermers
A. Lengte:

Meet met de arm licht gebogen. Meet langs de buitenkant, te beginnen bij de oksel, over de elleboog naar het smalste punt van je onderarm.

B. Omtrek bovenarm:

Meet de omtrek van de bovenarm op het dikste deel van de bovenarm. Het meetlint moet de bovenarm losjes omsluiten.

C. Omtrek onderarm:

Meet de omtrek van de onderarm op het breedste punt van de onderarm. Het meetlint moet de onderarm losjes omsluiten.

D. Polsomtrek:

Meet de omtrek van je pols. Het meetlint moet deze losjes omsluiten.


Beenwarmers/beschermers

Beenwarmers/beschermers
A. Lengte:

Meet met het been licht gebogen. Meet langs de buitenkant vanaf het dikste deel van het bovenbeen, over de knie naar het smalste deel van het onderbeen.

B. Omtrek bovenbeen:

Meet de omtrek van het bovenbeen op het dikste deel van het bovenbeen. Het meetlint moet het bovenbeen losjes omsluiten.

C. Kuitomtrek:

Meet de kuitomtrek op het dikste deel van de kuit. Het meetlint moet de kuit losjes omsluiten.

D. Enkelomtrek:

Meet de enkelomtrek op het smalste deel van het onderbeen. Het meetlint moet de enkel losjes omsluiten.


Kniewarmers/beschermers

Kniewarmers/beschermers
A. Lengte:

Meet met het been licht gebogen. Meet langs de buitenkant vanaf het dikste deel van het bovenbeen, over de knie naar het breedste deel van het onderbeen.

B. Omtrek bovenbeen:

Meet de omtrek van het bovenbeen op het dikste deel van het bovenbeen. Het meetlint moet het bovenbeen losjes omsluiten.

C. Omtrek boven knie:

Meet de omtrek van het bovenbeen ongeveer 10 cm boven het midden van de knie. Het meetlint moet het bovenbeen losjes omsluiten.

D. Omtrek onder knie:

Meet de omtrek van het onderbeen, ongeveer 10 cm onder het midden van de knie. Het meetlint moet het onderbeen losjes omsluiten.

E. Omtrek onderbeen:

Meet de kuitomtrek op het dikste deel van de kuit. Het meetlint moet de kuit losjes omsluiten.